- 11 -
plan De Eendracht niet die aandacht Krijgt die het ver
dient. Nu het samengaan van de regios Roosendaal en Bergen
op Zoom een feit is, verwachten wij een meer eensgezinde
stellingname
Het nu gevormde gewest is naar ons gevoel groot genoeg
om alle problemen aan te kunnen, wij verwachten dan ook
meer heil en vooruitgang van een gerichtheid op Rotterdam
dan op Breda.
Mijnheer de voorzitter,
Ook inzake de vliegveldkwestie hebben wij ons bera
den en zijn globaal tot volgende stellingname gekomen.
Wij dachten, dat mocht de overheid beslissen dat de
tweede nationale luchthaven in Zuid-West-Nederland moet
komen, wij ons daartegen niet mogen en kunnen verzetten,
doch wel voorwaarden moeten kunnen stellen.
Redenen: Beter betaalde en geselecteerde arbeid die ook
minder konj eetuur-gevoelig is.
Eisen waaraan minimaal moet worden voldaan:
1. Technische voorzieningen die geluidsOVERLAST uitsluiten
2. Aanleg op minstens 5 km. van de woonkern, daarbij nu
needs rekening houden met eventuele latere uitbreidin
gen
3. Aanleg landingsbanen van oost naar west en parallel
met aanvliegroute zoveel mogelijk over water.
Noord-West-Brabant zou dan onze voorkeur hebben, daar
bij komt nog dat industrie-vestiging op die plaats onmoge
lijk wordt. Liever wat geluid dan smog en stank.
Door aldus te handelen verkrijgt men een natuurlijke buf
ferzone tussen Moerdijk en de Brabantse steden-agglomera
tie.
Mijnheer de voorzitter,
Voor wat betreft onze stadsontwikkeling kent u ons
standpunt, wij zijn daar zonder meer tegen, wij vinden
dat u op dit punt van uw beleid aan het dwalen bent.
Het plan zit dan ook vol met tegenstrijdigheden. In uw
Nieuwjaarsrede /vooruitzichten voor 1971 zegt u onder
punt 3: Wij zullen ons moeten laten voorlichten door
verschillende deskundigen om tot de best verantwoorde, keu
ze te komen
Welnu reeds in 1964 hebt u die voorlichting gekregen,
niet zo maar van de eerste de beste, doch van professor
Wieger-Bruinhet luidt als volgt:
Steenbergse stadsuitbreiding in noordelijke richting het
meest urgent.
De strukturele opbouw van het stadsgebied kenmerkt
zich tot heden door een eenzijdige ontwikkeling in zuide
lijke richting. Voor behoud en uitbouw van de belangrijk
ste stedelijke voorzieningen in het oude centrum is het
zeer gewenst, dat het stadshart centraal blijft liggen.
Een verschuivingsproces met achteruitgang van het stille
deel is nu reeds merkbaar. De eerstvolgende fase van uit
breiding van het woongebied dient derhalve bij voorkeur
aan. de noordzijde van de kom te worden gerealiseerd.
■Daarom vinden wij dat er op zijn minst een alternatief
moet worden gema-akt in de denktrant van Wieger-Bruin.