wezig waren, maar omdat dit in middels wel het geval is, er tegen vaststelling geen bezwaren meer be staan. De VOORZ. ziet, dat de heren Laa- nen en Ooms hun bezwaren tegen vaststelling handhaven. Burgemees ter en wethouders betreuren het, dat het stuk niet op tijd gereed was. Er waren echter enkele omstandig heden, die de vertraging in de hand hebben gewerkt, zoals ziekte typis te, paasdagen, afscheid de heer De Koek en korte tijd tussen vorige raadsvergadering en deze. Spreker heeft de stukken inmiddels ingezien. Hij wil voorop stellen, dat de vast stelling van de beheersverordening voor burgemeester en wethouders geen halszaak is. Als de raad het wil aanhouden dan gaan burge meester en wethouders daarmee ak koord. Per 1 januari 1970 moet het grondbedrijf van de grond komen. Mochten er leden zijn, die de ver ordening nog eens door willen nemen dan kan dat. Als men de beheers verordening leest dan komt men al gauw tot de ontdekking, dat het een „taaie brok" is. Wij missen de des kundigheid en spreker meent, dat het een echt stuk is voor vakmensen, die er ook nog een hele kluif aan hebben. Overigens kan de raad zich verlaten op het oordeel van de heren Van Leest en Bakx. Het eerste deel van het voorstel is het belangrijkste. Hij zegt de raad toe, dat burgemeester en wethouders open oog hebben voor de kommen- taren van enkele raadsleden, die be vreesd zijn voor het ontstaan van kortsluiting tussen beide diensten. Bovendien zullen burgemeester en wethouders voor eien goede coördi natie zorgen tussen de aar. te wijzen ambtenaar van openbare werken en de admistrateur. „Als de samenwer king perfekt is kan het grondbedrijf een zegen zijn", besluit spreker. Dhr. LAANEN wil graag op het woord van de heer Vogelaar door- 14

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1969 | | pagina 96