en een snelle verslaggeving, een
nauwe samenwerking tussen de af
delingen financiën en openbare wer
ken niet gemist kan worden.
Wij hebben alvorens u een voorstel
te doen overleg gepleegd met het
Centraal Bureau voor Verificatie en
Financiële Adviezen van de Vereni
ging van Ned. Gemeenten en zijn
met deze tot de bevinding gekomen
dat het geen aanbeveling verdient
in het bedrijf nog onder te brengen
gronden, welke nog resteren van
eerder geheel of grotendeels reeds
uitgevoerde uitbreidingsplannen.
Wij zullen u tezijner tijd een afzon
derlijk voorstel inzake de in te bren
gen gronden voorleggen.
Dhr. HOENDERVANGERS is het
met punt 1 van het voorstel eens,
maar vraagt hoe burgemeester en
wethouders zich de toepassing van
artikel 23, inzake het instellen van
een schattingskommissie van drie
personen, voorstellen. Worden dat
vaste schatters
De SEKRETARIS antwoordt, dat
om de 5 jaar een nieuwe schatting
plaats vindt en dat dan telkens
schatters worden aangewezen.
Dhr. LAANEN merkt op, dat de
kommissie openbare werken besloten
heeft het voorstel te verdagen, om
dat de beheersverordening niet bij
de stukken werd ontvangen.
Dhr. HOENDERVANGERS deelt
mee de verordening inmiddels wel te
hebben ingezien. Het lijkt hem wel
in orde.
Dhr. VOGELAAR heeft de veror
dening hedenmiddag gelezen en
stemt ermee in, doch onderschrijft
de opmerking van dhr. Laanen.
De VOORZ. konstateert, dat de be
zwaren niet de instelling van het
grondbedrijf betreffen, doch de be
heersverordening.
Dhr. OOMS meent, dat nu de ver
ordening ontbrak men niet beide
besluiten kan nemen.
Dhr. L. DELHEZ stelt, dat welis
waar de stukken niet tijdig aan-
13