36
Dhr. VAN POPPEL. De voorzitter
zegt, dat een instruktiebad beter ren
dabel gemaakt kan worden. In de
vorige vergadering iioeit hij gezegd,
dat de Minister verlangt, dat er nog
meer belastingen verhoogd moeten
worden. Dan hebben de mensen er
ook recht op dat ze er wat voor
terug krijgen.
VOORZ. Later zullen we misschien
moeten ervaren, dat een sporthal
dan nog veel meer kost en dat we
het beter in 1969 hadden kunnen
doen.
Ik wil wel de suggestie overnemen
om een enquête te houden, doch de
konsekwenties afwachten wat we
kunnen doen.
Dhr. VOGELAAR. Als de enquête
uitwijst, dat de meerderheid voor
een sporthal is, doch wij hebben het
geld er niet voor, maar wel voor
een instruktiebad, wat gaan we Jan
doen.
Dhr. VAN TILBURG. Wanneer er
een meerderheid is van 50%, dan
zullen we er anders tegenoverstaan
dan wanrteer er een meerderheid is
van 80%.
Dhr. VOGELAAR. We kunnen niet
alles verwezenlijken, maar wij moe
ten beginnen met datgene wat wer
kelijk haalbaar is.
VOORZ. In uw verkiezingsprogram
ma had u allemaal heel andere ver
langens. Nu komt u met nieuwe
plannen, zonder eerst ruggespraak
met de kiezers te houden.
Dhr. HOENDERVANGERS. Lleel
de wereld berust op inspraak.
Dhr. HERBERS. In dit geval vind
ik een dergelijke kreet idioot.
VOORZ. Het is een initiatiefvoor
stel en daarom vraag ik u of iemand
stemming wenst.
Dhr. HERBERS. Ik heb geen be
hoefte aan een stemming, maar ik
wens aantekening, dat ik er tegen
ben.
Dhr. VOGELAAR. Eerst als de fi
nanciële konsekwenties bekend zijn,