geven.
Aan de andere kant ergert hij zich
erover, dat een van de voormannen
van diezelfde jongeren in een bro
chure het subsidiebeleid van de ge
meente in het belachelijke gaat trek
ken, lukraak en keihard wordt er zo
maar eventjes gezegd, dat er niets ge
beurt.
En dan te bedenken, dat zovelen zich
dag-in-dag-uit inspannen en hun
vrije tijd opofferen.
Spreker is wel voor subsidie, maar
eist daarbij ook, dat de normale spel
regels in acht worden genomen.
De VOORZ. meent, dat van de
Jongerenraad moeilijk kan worden
verwacht spelregels voor de gehele
jeugd vast te stellen.
De heer L. DELHEZ begrijpt iets
niet. Toen het idee voor een Jonge
renraad kwam was de voorzitter en
thousiast en ging de raad akkoord.
De Jongerenraad is demokratisch
tot stand gekomen, maar nu gaat de
de raad zich druk zitten te maken
over ƒ500,-. Hij acht het wel nood
zakelijk, dat de werkgroep, het
RSCC en de voorzitter de jonge
renraad zullen moeten blijven coa
chen. De te ontwikkelen aktiviteiten
zullen geld gaan kosten. Hij acht
dat niet bezwaarlijk, want als er A
gezegd is zal B moeten volgen. Daar
om ook zou hij graag een gefun
deerde kostenbegroting willen zien.
Gedeeltelijk stemt hij met het voor
stel van de heer Van Geel in, met
dien verstande, dat het voorstel van
burgemeester en wethouders wordt
teruggenomen en de raad aan de
hand van een begroting een jaarlijks
subsidie gaat verstrekken.
De VOORZ. ontdekt in het betoog
van de heer Delhez elementen, waar
mede hij akkoord kan gaan. Toch
wil hij er op wijzen, dat het nu uit
sluitend gaat om de kosten van de
verkiezingen. Straks kan de raad
overwegen een jaarlijks subsidie te
voteren.
Wethouder HERBERS kan wel met
het subsidie akkoord gaan, omdat
26