Op die manier wordt voor West-bra- bant een evenwichtiger spreiding der rekreatie-mogelijkheden nagestreefd terwijl het ook meer in overeenstem ming is met de reeds geëntameerde initiatieven. Een tweede opmerking geldt de schorren en slikken ter weerszijden van de Vlietmonding. Deze zijn ge kwalificeerd als ..natuurmonumen ten". Bij de Beschikking dd. 31 mei 1968 nr 82 afd RPD van de Minis ter van Volkshuisvesting en Ruimte lijke Ordening tot instelling van een meldingsplicht voor bepaalde gebieden is bet betreffende gebied als volgt omschreven „Zeer belangrijk broed- en overwin- teringsgebied van watervogels en steltlopers en als zodanig van wel haast internationale betekenis. Ook in botanisch opzicht waardevol kom- plex wegens zijn ligging in het brak ke deel van het deltagebied". Het is dus duidelijk waard dit ge bied te bewaren en te beschermen. Er doet zich nu echter een kompli- katie voor die o.i. in dit verband beslist aan de orde moet komen. Als gevolg nl. van de sluiting van het Volkerak komen in het betref fende gebied zodanig hogere vloed standen voor, dat het beslist niet uit gesloten is dat er op het gebied van vogelstand en plantengroei grondige wijzigingen gaan optreden. Dit voorjaar was het nl. zo dat grote de len van het broedsel bij vloed in het water kwamen te liggen, een situatie die voorheen slechts uiterst zelden voorkwam. Ook op latere ter mijn optredende ontzilting van het Zeeuwse Meer zal een rol gaan spe len. Dit alles is momenteel het onder werp van een door het Eendracht- schap ingesteld onderzoek. Een rap port daarover verschijnt zeer binnen kort. Als daaruit zou blijken dat als gevolg van deze nieuwe situatie het karakter van natuurmonument verlo ren zal gaan, dan zullen andere mo gelijkheden bv. voor dagrekrea- 8

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1969 | | pagina 180