47
te bezien en als dan blijkt, dat er
argumenten zijn om meer geld op
tafel te leggen dit dan ook te doen.
Dhr VAN DE KAR meent goed te
doen mede te delen, dat de finan
ciële kommissie er wel voor voelde
de subsidie te verhogen. Daarbij
gold als argument, dat Volharding
zijn 125-jarig jubileum viert, ter
wijl Amicitia vorig jaar het 80-jarig
bestaan herdacht. Volharding heeft
dus meer gepresteerd.
De VOORZ. maakt bezwaar tegen
het afwegen van het aantal jaren
van bestaan. Voorts zou hij nu toch
wel het voorstel willen afwerken.
Dhr VAN TILBURG veronderstelt,
doorredenerend op de opmerking
van de voorzitter, dat als Amicitia
vorig jaar niet met een aanvrage
was gekomen, Volharding dit jaar
dan ook niets had gekregen.
De VOORZ. vindt het niet juist,
dat dhr Van Tilburg de zaak nu
gaat terugdraaien. Natuurlijk be
hoeft dat helemaal niet het geval te
zijn. Hij wil nogmaal voorstellen
het voorstel af te wikkelen en in een
volgende vergadering te bezien of
a) de algemene subsidiëring moet
worden verhoogd of b) een een
malige bijdrage in de schuld wordt
verleend.
Wethouder HERBERS sluit zich
hier graag bij aan. Thans ware
1750,subsidie te verstrekken
en los daarvan dienen de andere
mogelijkheden te worden nagegaan.
Dhr VAN TILBURG merkt op, dat
in de financiële kommissie dhr Van
de Kar het er mee eens was het
bedrag ad 1750,te verhogen,
buiten de subsidieregeling e.d. om.
De VOORZ. en wethouder HER
BERS zijn het met dhr Van Geel
eens. Verhoging van dit extra-sub
sidie is niet juist. Een verhoging
dient losgekoppeld te worden van dit
voorstel en in het geheel te worden
bezien.
Ook dhr. L. DELHEZ acht dit een
juiste gang van zaken. Bovendien
wil hij wel opmerken, dat hij bij