meenschap dienende vereniging,' al
dus spreker. Hij wijst voorts nog op
het gevaar, dat bij evenuele be
stuurswisseling de schuld blijft rus
ten op de schouders van diegenen,
die haar noodzakelijkerwijs hebben
veroorzaakt. Die bestuursleden zijn
immers hoofdelijk aansprakelijk.
De VOORZ. wil voorop stellen, dat
de gemeente groot respekt heeft
voor hetgeen Volharding doet en
heeft gedaan. Er is dan ook aller-
wege veel sympathie en met recht
wordt er bij dit jubileum feest ge
vierd. Omtrent de hoofdelijke aan
sprakelijkheid van bestuursleden rijst
bij hem de vraag of hiervan wel
sprake is. Op de eerste plaats voert
Volharding koninklijk erkend' vóór
haar naam, terwijl bv. alle bij de ka
tholieke federatie aangesloten harmo-
niën verplicht zijn hun rechtsper
soonlijkheid te regelen. Spreker wil
hier verder niet op ingaan, omdat
dit buiten de diskussie staat.
Voor wat betreft het bestaan van een
schuld verkeert Volharding in de
zelfde omstandigheden als de mu
ziekgezelschappen Amicitia en St
Cecilia. Amicitia staat zelfs bij de
gemeente in het krijt voor een be
drag van 6000,terwijl de ge
meente voor St Cecilia garant is
voor vermoedelijk thans nog
4.400,Beide bedragen onder
voorbehoud genoemd.
Spreker wil de zaak terugschroe
ven, nl. door te stellen „Als het
waar is, dat bv. in een plaats als
Roosendaal zelfs één korps er niet
uit kan komen, dan kan de kon-
klusie alleen zijn, dat men de har-
moniën financiëel te weinig steunt
en voor Steenbergen geldt dat voor
alle drie korpsen. Het accent moet
dus duidelijk verlegd worden naar
de vraag of een harmonie met een
subsidie van 3000,in stand
kan worden gehouden. Hij is de eer
ste om te onderkennen, dat het een
dure zaak is een muziekkorps op
straat te brengen. De vraag om sub
sidie ter aflossing van schuld dient
44