Dhr. L. DELHEZ vindt, dat de
kiosk daar geplaatst moet worden,
waar de muziekverenigingen graag
spelen en het publiek graag komt
luisteren.
De VOORZ. verwacht, dat verplaat
sing moeilijkheden zal geven. Het
betreft een massaal gebouw, dat
men niet overal kan neerzetten. Het
zal niet meevallen een dergelijk ge
bouw op een andere geschikte plaats
tot zijn recht te laten komen. Mis
schien ligt er een kans in het
nieuwe centrum.
Dhr. VAN DE KAR ziet een op
lossing in het geven van een andere
bestemming. Zou het inrichten als
stadsvolière niet iets zijn.
De VOORZ. is blij met dit idee en
zal dit graag voor de vergadering
van burgemeester en wethouders no
teren.
Overigens meent dhr. VOGELAAR
dat reeds in principe besloten is ook
nog een verplaatsbare kiosk aan te
schaffen.
De VOORZ. is van mening, dat dit
in studie zou worden genomen.
11 Openstelling vuilnisbelt (II).
Dhr. VOGELAAR vraagt, onder ver
wijzing naar Zijn vraag tijdens de
rondvraag van 6 maart 1969, of bur
gemeester en wethouders al aan
dacht hebben besteed aan het houden
van toezicht op de vuilnisbelt door
de jachtopziener.
De VOORZ. deelt mede, dat dit nog
niet gebeurd is.
12 Tenaamstelling verzoeken ex
art 72 L.o.-wet 1920.
Dhr. L. DELHEZ heeft zijn opmer
king niet willen stellen bij de be
trokken agendapunten 6, 7 en 8,
maar hij acht het niet juist, dat de
schoolbesturen aanvragen om mede
werking, op grond van artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920, rich
ten aan burgemeester en wethouders,
terwijl dit de raad moet zijn. Een
berichtje aan betrokkenen kan dit
voor het gevolg rechttrekken.
28