van de lagere scholen en daardoor
een zo verantwoord mogelijke school
keuze na het basisonderwijs moge
lijk te maken.
Bij de vaststelling van het bedrag
ex. artikel 101 der Lager Onder
wijswet 1920, was weliswaar reeds
bekend dat deze schoolvorderingen
tests zouden worden ingevoerd, doch
omdat alleen voor de hoogste klas
of klassen van de lagere scholen
dit middel wordt gebruikt, is het
nog niet mogelijk om de kosten in
het bedrag per leerling op te nemen.
Wij stellen u daarom voor om thans
voor de deelnemende leerlingen van
alle scholen in deze gemeente het ge
vraagde bedrag ad 7,per leer
ling beschikbaar te stellen, wat neer
komt op in totaal 1650,
Als gevolg van deze deelname zal
een veelvuldig gebruik van de
schoolpsygologische dienst of van
het bureau voor school- en beroeps
keuze wellicht niet nodig zijn.
Dhr. HOENDERVANGERS dacht,
dat er in deze gemeente reeds een
stichting op dit terrein werkzaam is.
Dhr. JANSEN denkt, dat de heer
Hoendervangers de Stichting Be
roepskeuze te Tilburg bedoelt. Be
roepskeuze is echter iets anders. Het
gaat thans om een schoolvorderings-
4 test, dus b.v. of men geschikt is voor
een hogere studie en zo ja, welke.
De SEKRETAR1S merkt nog op,
dat het een aanpak voor het gehele
Delta-gebied betreft.
Voor de VOORZ. is de slot-alinea
een zeer sterk argument. Voor de
gemeente kunnen de totale kosten
dus lager worden.
Dhr. HOENDERVANGERS vraagt
zich af, of dan wellicht de onder
zoeken via de andere diensten kun
nen worden afgekapt.
De VOORZ. ontkent dit, maar wel
zal de schoolpsychologische dienst
minder behoeven worden ingescha
keld.
De SEKRETARIS licht toe, dat in
sommige gemeenten de tests direkt
20