verleden is de gemeentelijke bijdrage
als regel gekoppeld aan de rijksbij
drage en gesteld op 40% daarvan.
Deze werkwijze heeft het voordeel
dat, als van rijkswege het overheids
belang middels een hoger rijkssubsi
die hoger wordt gewaardeerd dan
normaal, ook de gemeentelijke bij
drage stijgt.
Wij achten geen termen aanwezig
om voor het onderhavige verzoek
van deze wijze van berekening af te
stappen en stellen u daarom voor
het gemeentelijk aandeel in de kos
ten te stellen op 40% van het rijks
subsidie, d.i. 20% van de subsidiale
kosten. Nu die kosten zijn bepaald
op 45.000,- zal het gemeentelijk
aandeel dus 9.000,- bedragen.
Dhr. VOGELAAR. Hoewel uw col
lege geen termen aanwezig acht om
af te wijken van de regel om het ge
meentelijk percentage te stellen op
40% van de rijksbijdrage, wil ik
het verzoek van de kerkvoogdij nog
eens extra onder uw aandacht bren
gen. De totale kosten bedragen
62.500,-, inclusief de niet-renda-
beie kosten van schilder en pleister
werk. Wanneer we daar de subsidie
bedragen van rijk en gemeente af
trekken, dan blijft er voor de ker
kelijke gemeente nog 26.500,- o-
ver. Binnen niet al te lange tijd zal
ook het dak gerepareerd moeten
worden. Al deze kosten kunnen door
deze kleine gemeenschap niet gedra
gen worden. Bovendien staat deze
kerk op de ontwerp-monumenten-
lijst.
Ik verzoek uw college het ontwerp
te willen herzien en het gemeentelijk
aandeel in de kosten alsnog te wil
len stellen op 6Q% van de rijksbij
drage of 30% van de subsidieële
kosten.
VOORZ. We hebben het voorge
stelde percentage zo maar niet uit de
mouw geschud. Ook voor andere ge
vallen, voorkomende op de monu
mentenlijst, hebben wij dit stand
punt ingenomen. Wanneer de raad
van mening is, dat we een hogere
10