scholen, met uitzondering van de
jaarwedden en wedden der onder
wijzers. Het voorschot beloopt per
leerling het bedrag zoals door uw
raad in de vergadering van 30 no
vember 1967 vastgesteld, namelijk
90,- voor glo en ƒ115,- voor ulo,
en wordt berekend over het aan
tal leerlingen van het afgelopen jaar,
in dit geval het jaar 1967.
Om in de mogelijkheid te zijn de
benodigde voorschotten zo spoedig
mogelijk beschikbaar te stellen, stel
len wij u voor reeds thans de voor
schotten voor het jaar 1968 te be
palen.
Een ontwerp-besluit is bij de stukken
ter inzage gelegd.
Ook dit voorstel wordt zonder dis
cussie en z. h. s. aangenomen.
10 Voorstel tot het verlenen van
voorschotten voor het jaar '68
ingevolge artikel 75 der kleu
teronderwijswet.
VOORZ. Ingevolge het bepaalde in
het 4e lid van artikel 75 der kleu-
teronderwijswtet, verleent de gemeen
teraad op verzoek van het school
bestuur en onder voldoende borg
stelling, elk jaar een voorschot op
de in artikel 73, le en 2e lid be
doelde vergoeding, strekkende ter
bestrijding van de materiële exploi
tatiekosten der kleuterscholen.
Bij die berekening van de betreffen
de bedragen gaat men uit van 2
normvergoedingen, n. 1. één per lo
kaal en één per kleuter.
Deze bedragen moeten jaarlijks bij
Algemene Maatregel van Bestuur
worden bepaald, doch de vaststelling
voor 1968 heeft nog niet plaatsge
vonden, zodat voorlopig de bedragen
zoals voor "1967 vastgesteld, moe
ten worden aangehouden.
Deze bedragen: 1.200,- per lokaal
en 22,- per kleuter (beschikking
van de Staatssecretaris van Onder
wijs en Wetenschappen d. d. 27 ja
nuari 1967 K. B. O. nr. 344619.
Voor de bepaling van het voorschot
10