worden naar de Mark. De Beneden-
vliet speelt dus geen rol meer bij
het scheepvaartverkeer naar Roosen
daal en zal dus ook niet geschikt
gemaakt worden voor incidentele be
varing door schepen van 1350 ton,
zoals t.a.v. de vaarweg op Roosen
daal in het voornemen ligt.
Het benedenpand van de Vliet zal
dus na de totstandkoming van het
Mark-Vlietkanaal nog slechts een
afwaterende funktie hebben en zal
voor wat het deel Steenbergse Ha-
ven-Heense Sas betreft, de scheep
vaartweg voor Steenbergen blijven
betekenen. Zodoende is het voor ons
van groot belang, en nu voor ons
allèèn, dat deze scheepvaartweg in
stand blijft en in zo goed mogelijke
staat wordt gebracht. Hiet Heem
raadschap van den Roosendaai-
schen en Steenbergschen Vliet, met
het beheer belast, deelt deze ziens
wijze volkomen.
Gezien de grootte van de sluis aan
het Hieense Sas zal bevaarbaarheid
tot 1350 ton wel een wens moeten
blijven, het zou een nieuwe sluis
betekenen.
Wat wel mogelijk is, vooral als de
Beneden Vliet open wordt, en het,
hogere, peil van het Zeeuwse Meer
aanneemt, is, dat de rivier goed be
vaarbaar is voor schepen tot 7 a
800 ton. Wij zouden naar deze ver
beterende situatie willen streven.
Teneinde ons in deze zaken van goe
de bijstand te verzekeren is door ons
het initiatief genomen tot oprichting
van 'n .adviescommissie benedenvliet'
waarin naast de gemeente ook ver
tegenwoordigd zijn het Heemraad
schap, het Overlegorgaan van de in
het Vlietgebied gelegen waterschap
pen en het bedrijfsleven.
Bij het eerste overleg in deze ad
viescommissie is komen vast te staan,
dat öf de Beneden Vliet nu open
wordt öf bemalen zal worden, op de
eerste plaats de Steenbergse haven
verbetering behoeft om het profijt,
dat de betere bevaarbaarheid straks
van de rivier biedt, te kunnen effek-
11