7 VOORSTEL tot het innemen
van een standpunt t.a.v. de
fluoridering van het drinkwa
ter.
VOORZ. Zoals bekend is al meer
dere jaren de vraag in studie, of
aan het drinkwater meer fluoride
moet worden toegevoegd dan daar
in langs natuurlijke weg, reeds aan
wezig is.
Bepaalde onderzoekingen, die ech
ter niet door eenieder worden aan
vaard, hebben aangetoond, dat op
voering van het fluoride-gehalte tot
1 mg per liter tot gevolg heeft, dat
de weerstand van het gebit tegen
tandbederf cariës in belang
rijke mate wordt verhoogd.
Voor en na de toepassing van deze
maatregel in 31 over alle wereldde
len verspreide landen zijn gedurende
een reeks van jaren alle denkbare
bezwaren geopperd en door tal van
tegenargumenten op hoog weten-
schapelijk niveau in meer dan
16000 publicaties weerlegd. Thans
hebben ruim 60 organisaties met
groot gezag op het gebied van de
volksgezondheid, w.o. de Kon. Ned.
Mij tot Bevordering der Genees
kunst en de Ned. Mij tot Bevorde
ring der Tandheelkunde in resolu
ties de fluoridering van drinkwater
aanbevolen.
Door de Raad van Commissarissen
van de NV Waterleiding Maat
schappij „Noord-West-Brabant"
wordt u thans bij brief van 30 au
gustus 1966 Li|Bal2952 de vraag
voorgelegd of u van oordeel bent
dat genoemde maatschappij dient
over te gaan tot verhoging van het
fluoridegehalte in het door haar te
leveren water of niet, daarbij voor
hands de financiële konsekwenties
buiten beschouwing te laten.
Na de hiervoor vermelde stellingna-
me van zovele organisaties menen
wij, wat de medische zijde van het
vraagstuk betreft, te mogen konklu-
deren, dat fluoridering in het be
lang van de volksgezondheid zeker
3