ren in de nieuwe raad. Wanneer
men altijd, op plezierig wijze heeft
samengewerkt is het een beetje
weemoedig afscheid te moeten ne
men. Ik zal beginnen met de heer
Koenraadt, die sedert 5 september
1939 in de raad zitting heeft gehad,
Na 27 jaar lang de gemeentebe
langen te hebben voorgestaan zou
het niet juist zijn hierop op deze
dag niet terug te komen. Namens
burgemeester en wethouders en, de
raadsleden zeg ik u oprecht dank,
voor de aangename en prettige sa
menwerking.
U hebt zich doen kennen ais een
figuur die zich met ongedwongen
heid in een debat mengde om op
een faire manieruw standpunt te
verdedigen.
Van uw standpunt, dat het algemeen
belang er mee gediend moest zijn.
week u niet gemakkelijk af.
Wanneer onze zienswijze u tot een
andere gedachte hadden gebracht,
dan wist u dat ook ridderlijk toe te
geven. U hebt steeds spontaan en
met de beste bedoelingen uw mening
naar voren gebracht. De raadsleden
hebben uit uw wijze raadgevingen
zeker lering kunnen trekken.
Ik hoop dat u steeds belangstelling
zult blijven tonen voor de proble
men waarvoor de raad zich gesteld
ziet.
Tot slot wens ik u, uw echtgenote
en kinderen alle goeds toe.
Ter herinnering aan het langdurige
lidmaatschap van de raad bied ik
u namens het gehele raadscollege
een Delftsblauwbord aan, waarop
nog een tekst zal worden aange
bracht.
ITet 2e raadslid in ons midden,
waarvan ik afscheid neem is dhr
Bakx, die vanaf 2 september 1958
in de raad zitting heeft.
Ook u zeg ik namens de. gehele raad
oprecht dank voor de prettige sa
menwerking.
U wist zich steeds op gepaste wij
ze in de debatten te mengen, waar
door u aller sympatie verwierf. U
43