van de Woonruimtewet, uit andere
hoofde zeggenschap hebben bij de
toewijzing, een en ander in voort
durende samenspraak met de Stich
ting Regionaal Woningbezit.
Ook t.a.v. deze maatregel, waarover
ingevolge art. 31 der Woningruim-
tewet 1947, de gemeenteraad moet
worden gehoord, adviseren wij u
invoering ervan te bevorderen niet
later dan twee jaar na de invoe
ring van de lossere vormen van
huurprijsbeheersing.
Samenvattend menen wij te moeten
stellen dat de invoering van het
complex van maatregelen als door
de minister ontvouwd, voor onze
gemeente aanvaardbaar is. De ont
wikkeling van de woningvoorraad
is zodanig, dat al zullen er zich bij
de overgang naar meer vrijheid in
de huursektor misschien wel wat
moeilijkheden voordoen, wij met
vertrouwen kunnen meewerken aan
het herstel van de normale econo
mische verhoudingen op dit gebied.
Dit voorstel wordt zonder discussie
en z.h.s. aangenomen.
25 VOORSTEL tot vaststelling
van een instrüktie voor cle
ambtenaren, belast met houw
en woningtoezicht.
VOORZ. Artikel 85 van de nieuwe
Woningwet bepaalt, dat door de
gemeenteraad een instrüktie vast
gesteld moet worden voor de amb
tenaren, belast met het bouw- en
woningtoezicht. In deze instrüktie
moet worden bepaald, dat het aan
deze ambtenaren verboden is voor
derden tegen vergoeding arbeid te
verrichten op het gebied van het
bouwbedrijf, met dien verstande,
dat ons college bevoegd kan worden
verklaard in bijzondere gevallen om
zeer gewichtige redenen van dit ver
bod ontheffing te verlenen.
Ter voldoening aan deze wetsop-
dracht bieden wij u bijgaand een
dergelijke instrüktie ter vaststelling
aan, bij het ontwerpen waarvan met
36