wering van ratten en muizen en de
afvoer van water en vuil. Deze eisen
zijn zodanig onworpen dat zij met
behoud van redelijke waarborgen
voor de veiligheid en de gezondheid
een maximum aan vrijheid laten
voor de bouwer.
Mocht later in de praktijk blijken
dat op dit of ander gebied wijziging
of verbetering nodig is, dan heeft
de unificatiecommissie zich bereid
verklaard deze wijzigingen of ver
beteringen in het model over te ne
men.
Wij stellen u tenslotte voor de ont-
werp-besluiten, u voorgelegd, te
aanvaarden, en wel ingaande J. ja
nuari 1967.
Dhr KOENRAADT. In een schrij
ven is mij gevraagd om attent te zijn
op deze verordening. Door de ge
westelijke raad van het Landbouw
schap zijn bezwaren ingebracht om
dat zwaardere eisen gesteld zouden
worden voor landbouwbedrijfsge
bouwen.
VOORZ. Deze opvatting is geheel
onjuist. In feite zijn ze niet ver
zwaard. Ten opzichte van het ver
leden zijn de eisen zelfs iets verlicht
De Vereniging van Nederlandse Ge
meenten, die de verordening ont
worpen heeft, is ook deze mening
toegedaan.
Dhr KOENRAADT. Als maar geen
eisen gesteld worden, die niet ver-
wenzenlijkt kunnen worden.
VOORZ. Het betreft o.m. eisen
omtrent brandveiligheid, bestrijding
van ratten en muizen en de afvoer
van water en vuil, dezelfde dus die
ook voor andere gebouwen gelden.
Het voorstel wordt vervolgens z.h.g.
aangenomen.
14 VOORSTEL tot het- vaststel
len van een nieuwe Verorde
ning op de heffing en invorde
ring van haven- en kadegel-
den in de gemeente Steenber
gen".
VOORZ. De thans geldende „Ver
ordening tot heffing van havengel-
21