enof buiten werking gesteld.
De noodaak van vernieuwing van
en aanpassing aan nieuwe inzich
ten, bouwsystemen en construktie-
wijzen deed zich steeds meer gevoe
len, terwijl de inmiddels verouderde
artikelen en teksten ons meermaal
in de steek lieten bij de hantering
daarvan.
Wij constateren in dit verband dan
ook de volgende feiten:
1 onze bouwverordening is totaal
verouderd en zuks alleen al om
dat zij voornamelijk is ingesteld
op de traditionele bouwwijzen en
geen rekening houdt met de ver
nieuwingen op dit terrein na de
laatste oorlog;
2 op 1 augustus 1965 is de nieu
we Woningwet in werking getre
den, tegelijk met twee andere
wetten op het gebied van het
bouwen n.l. „Wet op de Ruimte
lijke Ordening" en de „Over
gangswet Ruimtelijke Ordening
en Volkshuisvesting";
3 ingevolge artikel 3 van laatstge
noemde wet moeten de gemeen
teraden binnen 3 jaar de bouw
verordeningen aan de nieuwe
Woningwet aanpassen.
Het vorenstaande overwegende en
met een goed doordacht, technisch
en juridisch verantwoord, en op de
nieuwe Woningwet afgestemd ge
heel van bepalingen in de hand is
het o.i. zaak om voor onze gemeente
zo spoedig mogelijk tot een algehele
vernieuwing van de bouwverorde
ning te komen.
Wij stellen dan ook voor, onder in
trekking van de thans geldende ver
ordening over te gaan tot vaststelling
van een nieuwe Bouwverordening
overeenkomstig het door de unifi
catie-commissie van de V.N.G. op
gestelde model.
Voor enkele punten is afgeweken
van het model en wel omdat óf een
bepaalde keuze-mogelijkheid in het
model is opgenomen óf omdat een
geringe afwijking van in het model
19