buitenhaven bij het Sas. Er moeten enkele miljoenen worden besteed voor de aan passing van de Vliet aan de Del tawerken. Als het mogelijk zou zijn de Vliet op kosten van de aanpassingswerken bevaarbaar te maken en tevens een haven in andere vorm dan nu te ver wezenlijken zou zijn, dan moe ten wij die kans aangrijpen. Dhr KOENRAADT. Ik kan het geval niet goed overzien. Als burgemeester en wethouders van oordeel zijn, dat het bedrag nuttig wordt besteed, dan kan ik het eens zijn met het voor stel. VOORZ. Er zijn nog diverse mogelijkheden. Het is dan ook van enorm belang, dat wij aan tonen dat zonder kostenverho ging een oplossing voor ons havenprobleem is te vinden. Dhr KOENRAADT. Ik denk dat ze zich van ons niet veel zullen aantrekken. Dhr HEBBERS. Uit het pro vinciaal verslag van 1965 blijkt, dat ons kleine haventje over 1964 zowel de Theodorushaven, zowel als de haven van Roosen daal voor wat het aantal sche pen en de tonnage betreft voor bij heeft gestreefd. Wij zitten tussen twee grote provincieste den en vlak bij het Schelde- Rijnkanaal. De industriën be slissen zelf waar zij zich zullen vestigen. Wij moeten de moge lijkheden ernstig laten bestu deren en de kansen niet voorbij laten gaan. VOORZ. Bij het tot stand ko men van het kanaal hebben de bedrijven ook behoefte aan overslagruimte. Wij zullen moe ten aantonen dat verbetering van onze haven het grote plan niet in de weg zal staan. Het voorstel wordt hierna z.h.s. aangenomen. 40

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1966 | | pagina 42