instellingen eenzelfde onder zoek hadden geëntamerd, waar van wij ook gebruik konden maken. Het destijds geraamde bedrag is daarom bij de 53e wijz. 1963 (G.S. 7 okt. 1964 G nr. 3011) niet meer overge bracht naar de volgende begro ting en dus afgevoerd. Intussen hebben zich, mede in verband met de aanpassing van de Vliet aan de Deltawerken, nieuwe aspecten voorgedaan, o.a. de mogelijkheid van een „open Vliet". Reeds eerder be tuigde uwe raad adhaesie met het rapport van ir. Lievense, vervaardigd in opdracht van het Heemraadschap van den Roosendaalschen en Steenberg- schen Vliet, waarin de voor keur voor een „open Vliet" uit gesproken werd. Dat de hieruit voortvloeiende waterstaatkun dige en scheepvaarttechnische voordelen onze gemeente zo goed mogelijk moeten worden benut, zult u ongetwijfeld met ons eens zijn. Daarbij komt, dat we aan de vooravond staan van andere belangrijke waterstaat kundige ingrepen in ons gewest, die voor onze gemeente even eens van het grootste belang zijn, al is het alleen al dat door deze maatregelen de regelmatig terugkerende wateroverlast nu definitief kan worden bedwon gen. Het complex van maatregelen, dat eensdeels in studie is, an- dei'zijds aan de vooravond van de uitvoering staat, heeft of kan belangrijke konsekwenties voor ons hebben. Wij denken hierbij met name aan de zo belangrijke waterbeheersing, de inrichting van ons rioleringssysteem, de toekomst van de Steenbergse haven en zelfs aan de richting welke, op langere termijn ge zien, aan de stadsuitleg moet worden gegeven. 37

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1966 | | pagina 39