De betreffende vergoedingen
dienen voor de bestrijding van
de materiële exploitatiekosten:
a. naar een bedrag per lokaal;
onderhoud, verlichting, ver
warming en schoonhouden van
het gebouw;
b. naar een bedrag per kleuter:
onderhoud van schoolmeubelen,
aanschaffing en onderhoud van
ontwikkelingsmateriaal, hulp
middelen en schoolbehoeften,
alsmede ter bekostiging van de
overige uitgaven, ter verzeke
ring van het onderwijs.
Bij berekening van het voor
schot werd uitgegaan van het
door de Staatssecretaris van
Onderwijs, Kunsten en Weten
schapper. voor 1961 vastgestelde
bedrag per lokaal ad 800,- en
per kleuter ad 12,80, terwijl
werd aangehouden het gemid
deld aantal lokalen en kleuters
over 't jaar 1962. (art. 48, 2e lid)
Ingevolge het 3e lid van ar
tikel 75 moet de gemeenteraad
vóór 1 december het bedrag der
vergoeding bepalen, waarop het
schoolbestuur aanspraak heeft.
Dit is over 1963 thans mogelijk,,
aangezien het juiste aantal lo
kalen en kleuters over dit jaar
bekend is.
De bedragen per lokaal en per
kleuter zijn door de Staatssecre
taris van O. K. en W. bij be
schikking van 29 januari 1964
voor 1963 vastgesteld op resp.
955,en 14,90. Uitgaande
van deze bedragen en het wer
kelijke aantal kleuters over
1963, kunnen de vergoedingen
worden vastgesteld op het ter
inzage liggend concept-besluit.
De reeds bij voorschot betaal
de vergoedingen zullen met de
definitieve vergoedingen wor
den verrekend. Een overzicht
van deze verrekening is even
eens bij de stukken ter inzage
gelegd.
Dit voorstel wordt zonder dis-
9