no. AB 63/ U 2901, deed de Mi nister van Binnenlandse Zaken ons toekomen een afdruk van zijn rondschrijven van 3 decem ber 1963, Dir. O.P. hoofdafd. O. P.Z., afd. Bez., bur. II, no. AB/ U2888, gericht aan de Ministers, betreffende het toekennen van een uitkering in verband met nacalcutie „trend" over het jaar 1963 aan het Rijkspersoneel. In bedoeld rondschrijven deelt de Minister mede, dat uit de thans bekend zijnde gegevens is ge bleken, dat de per 1 januari '63 ingegane algemene salarisver hoging voor het overheidsperso neel enigszins is achtergebleven bij de loonontwikkeling in het bedrijfsleven. Over het gehele jaar 1963 gerekend bedraagt de ze achterstand 0,2°/o. In verband hiermede heeft de Regering be sloten 't Rijkspersoneel in aan merking te brengen voor een uitkering van deze grootte. Genoemde bewindsman ver zocht ons de totstandkoming van eenzelfde voorziening ten behoeve van 't daarvoor in aan merking komend personeel in dienst onzer gemeente te be vorderen. Op grond van vorenstaande stellen wij U voor aan het daar voor in aanmerking komend personeel in dienst onze ge meente een uitkering in ver band met nacalculatie „trend" over het jaar 1963 toe te kennen overeenkomstig de in de onder havige ministeriële circulaire vervatte richtlijnen. Een daartoe strekkend ont werpbesluit bieden wij U hier bij ter vaststelling aan. Ook dit voorstel wordt zon der discussie en z.h.s. aangeno men. 10

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1964 | | pagina 53