Dhr BAKX. Dit geval is mij bekend. De huurster had inder daad onbewoonbaarverklaring aangevraagd. Er kwam echter een nieuwe koper opdagen, die de woning wat heeft laten op knappen en zodoende is dit ge val blijven hangen. VOORZ. Dan is het een ver draagzame bewoonster. Ik kom terug op de woning in de Vis serstraat. Wenst u het voorstel nu te be handelen of weer aan te hou den? Dhr VAN GEEL. Ik vind het een rare situatie. Een kleine wo ning kan met f 3000 toch aardig opgeknapt worden. Dhr VAN LEENT. Twee jaar geleden was de woning nog in behoorlijke staat en volgens mij moeten wé op het voorstel niet ingaan. VOORZ. Een woning kan er van binnen wel netjes uitzien, maar het gaat om de construc tie van de bouw. Dhr HERBERS. De gemeente is moreel verplicht, te zorgen voor goede huisvesting voor de ingezetenen en krotten niet te handhaven. Dhr VAN GEEL. Als dhr Hoendervangers gevraagd heeft om het voorstel weer aan te houden, dan zal hij hiervoor toch wel gegronde redenen heb ben. Dhr VAN LEENT. Ik vind het van belang, dat de woning ten gevolge van het slecht bewonen onbewoonbaar is geworden. De eigenaar heeft hieraan geen schuld. VOORZ. Dit doet aan het feit niets af. Gaat u er mee akkoord, dat het voorstel tot de volgende vergadering wordt aangehou den. Zo ja, dan moeten de leden van de commissie openbare werken de woning maar eens opnemen. 8

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1964 | | pagina 48