ten de kom werden dagelijks geconfronteerd met de onge kende en onbegrensde brutali teit van dit volk. Ik durf dan ook gerust te zeggen, mijnheer de voorzitter, dat we het aan één der jachtopzichters die bij de woonwagenbewoners be kend staat als „de schrik met de groene pet" te danken hebben, dat de baldadigheid nog niet van groter omvang is geweest. Mej. en heren dat wil wat zeggen bij dit volk, dat bij wijze van spreken voor de dui vel nog niet bang is. Dag en nacht zijn dan ook de beide jachtopzichters in touw geweest, om dit volk een beetje in toom te houden. Wanneer U alsnog zoudt willen besluiten deze subsidie aanvrage in te willigen, dan houdt dit de verzjekering in, dat U ten allen tijde een beroep op de jachtopzichters kunt doen. Ik geef U de verzekering dat wanneer de woonwagen bewoners straks horen, dat de „schrik met de groene pet" ook nog in het bezit is van een goed gedresseerde speurhond, dit bij hen indruk zal maken. De Jachtvereniging zal met alle haar ten dienste staande mid delen straks het toezicht nog verscherpen, wat toch in het belang is van de gehele ge meenschap. Dhr HÓENDERVANGERS. Het is inderdaad waar wat dhr Vogelaar zegt. Anderzijds moet de jachtopziener zijn plicht doen. Ik voel er weinig voor, om voor het dresseren van een hond 500,te betalen. De Jachtvereniging moet in deze bijspringen. Volgend jaar wordt weer een bijdrage ge vraagd voor het onderhoud van de hond. Dhr VOGELAAR. We heb ben ervaren welke schade werd 33

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1964 | | pagina 33