Deze z.g. exploitatievergoeding
wordt volgens het tweede lid
van voormeld artikel berekend
over het gemiddeld aantal leer
lingen op de teldata 16 januari,
16 mei en 16 september. Aan
gezien op deze vergoedingen
voorschotten worden verleend,
moet jaarlijks een afrekening
plaats vinden.
De vergoedingsbedragen per
leerling zijn door U bij besluit
van 13 november 1962 voor het
jaar 1963 bepaald op f 47,50
voor het glo, 75,voor het
vglo en 75,voor het ulo.
Naar het werkelijke aantal leer
lingen en de bij voormeld be
sluit vastgestelde bedragen
kunnen de vergoedingen" over
het afgelopen jaar (1963). wor
den vastgesteld conform de in
het concept-besluit vermelde
bedragen. De verrekeningen
met de verstrekte voorschotten
dient plaats te hebben overeen
komstig de bijlage van het ont
werpbesluit.
Ingevolge de wetswijziging van
16 juli 1964 is de plicht tot in
zending van de exploitatiebe
scheiden, ingaande 1 januari
1963, vervallen. Ook is verval
len de vijfjaarlijkse afrekening
en de verplichting dat Uw Raad
jaarlijks de voor vergoeding in
aanmerking komende uitgaven
vaststelt. De schoolbesturen zijn
voortaan niet meer gehouden
om de bedragen van de jaar
lijkse exploitatievergoeding
binnen een bepaald vijfjarige
periode te besteden. De moge
lijkheid om uit de vergoedingen
bedragen te reserveren voor
uitgaven met een meerjarig nut
is thans uitdrukkelijk geopend.
Deze belangrijke verbetering,
alsmede het wegvallen van de
gemeentelijke controle, brengt
een grotere verantwoordelijk
heid met zich mee voor de
schoolbesturen; ook zullen ho
gere eisen aan het financiële
16