merken ongeveer 9,5 miljoen
gulden ('64: 8,7 miljoen gulden).
De rendabele investeringen be
treffen woningbouw, gasbedrijf
sportvelden, kerkdorpen, bouw-
credieten particulieren, geldle
ningen aan derden verstrekt e.
d.
Aan financieringsmiddelen,
verkregen door het sluiten van
langlopende leningen is be
schikbaar 14,3 miljoen gulden
(1964: 13,1 miljoen gulden) en
aan andere middelen 1,3 mil
joen gulden, zodat om de voor
genomen kapitaalswerken te
kunnen uitvoeren nog 900.000
gulden aan langlopende lenin
gen dient te worden opgenomen
In de zoëven genoemde cijfers
zijn niet begrepen de financiële
gevolgen van uitvoering van
uitbreidingsplannen, voor zover
de kosten weer gedekt worden
uit grondverkopen. Zoals des
tijds reeds bij de behandeling
van de desbetreffende voorstel
len werd uiteengezet vindt fi
nanciering plaats met kasgeld.
Wij verwijzen voor verdere bij
zonderheden naar de toelich
ting bij de posten 598, 600 en
602.
Uit de begroting blijkt dat af
geschreven wordt op kapitaals-
werken
f 460.273,94 (1964 f 415.174,61)
waarvan ten laste van de be
drijven komt:
f 82.261,81 (1964: f 79.353,11).
Het totaal aan rentelasten voor
langlopende leningen en eigen
middelen is becijferd op
f 686.107,77 (1964 f 600.544,08),
waarvan ten laste van de be
drijven is op te brengen:
f 266.803,90 (1964: f 264.503,73).
De totale vaste lasten voor ren
te en afschrijving bedragen dus
f 1.146.381,71 ('64 f 1.015.718,69)
waarvan ten laste van de be
drijven:
f 349.065,71 (1964: f 343.856,84).
12