zijn verwerkt de lasten, welke door de 4e, tevens de laatste, phase van de z.g. gedifferenti eerde salarisherziening ont staan. Buiten beschouwing zijn even wel gelaten de hogere loon- en salariskosten als gevolg van de z.g. na-calculatie over 1963. Aangezien deze lasten ook in 1965 zullen bestaan werden zij, evenals hogere pensioenbijdra gen in de begroting geraamd. Ter dekking van deze lasten is een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds geraamd tot het bedrag van deze lasten (zie post 319). Zulks is naar onze mening ver antwoord, daar, mede als ge volg van de voor onze gemeente beslist kleine personeelsbezet ting, de praktijk heeft uitgewe zen dat de aanvullende uitke ringen uit het gemeentefonds steeds toereikend waren om de verhoogde personeelskosten volledig op te vangen. In de begroting 1964 was o.m. opgenomen een raming van in dat jaar aan de begroting 61.810,voor kapitaalslasten toe te voegen investeringen. Op aandringen van Gedeputeerde Staten werd deze post afge voerd. Alhoewel wij van oor deel blijven, dat het aanbeve ling verdient reeds in de primi tieve begroting de te voorziene lasten voor kapitaalswerken, welke in het betreffende dienst jaar aanhangig zullen worden gemaakt, op te nemen, is gezien het terzake in 1964 door G.S. ingenomen standpunt, thans geen post meer opgenomen. Rekening houdende met het vorenstaande blijkt bij vergelij king van de begrotingen 1965 en 1964 dat de te verwachten resultaten over 1965 ongeveer j 70.000,nadeliger zijn dan die over 1964. 8

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1964 | | pagina 302