6 VOORSTEL tot het toe
kennen van tegmoetkomin-
gen in de schaden, veroor
zaakt door woonwagenbe
woners.
VOORZ. In uw vergadering
van 26 september 1963 werd
door U een bedrag van 3500,-
beschikbaar gesteld om daaruit
tegemoetkomingen toe te ken
nen in de schaden, veroorzaakt
door woonwagenbewoners, ge
durende het jaar 1962.
In ons voorstel daartoe hebben
wij uitvoerig uiteengezet, dat
van enige verplichting van de
gemeente om deze schaden te
vergoeden geen sprake kan zijn,
maar dat het onbillijk zou zijn
alléén de inwoners, die vlak bij
het kamp wonen of daar hun
grond hebben de last van deze
jaarlijks terugkerende plaag te
laten dragen. Onze, en ook uw,
conclusie toen was, dat de ge
meenschap, i.e. de gemeente de
ze mensen althans enigszins te
gemoet moeten komen, maar
dat een integrale vergoeding
uitgesloten is, nu het niet ver
antwoordelijk zijn van de ge
meente vaststaat.
Wat toen voor 1962 gold, geldt
voor 1963 en 1964 zeker ook.
Teneinde ook voor die jaren de
gedupeerden te kunnen tege
moetkomen, verzoeken wij U
ons voor die twee jaar tesamen
een bedrag toe te staan van
6000,- en ons college te mach
tigen dit bedrag zo goed moge
lijk te verdelen onder de recht
hebbenden, die tijdig hun scha
de hebben geclaimd.
Uiteraard moeten we ook nu
het voorbehoud maken, dat wij
ons voor volgende jaren door
dit besluit niet gebonden ach
ten tot het toekennen van te
gemoetkomingen in veroorzaak
te schaden.
B