die eigendom van de gemeente
of van de instelling of vereni
ging is, vóórdat het besluit,
waarbij aan de instelling of ver
eniging de medewerking, be
doeld in artikel 50 dier wet is
verleend, in klacht van gewijs
de is gegaan of te dier zake
door de Kroon is beslist de
geschatte waarde van de grond.
Het bedoelde besluit tot het
verlenen van medewerking is
op 6 december 1962 in kracht
van gewijsde gegaan, terwijl de
benodigde grond, voor zover
afkomstig uit het kadastrale
perceel sectie W nr 2695 op 24
mei 1962 eigendom van de ge
meente is geworden. Het reste
rende deel van de benodigde
grond, t.w. het deel, afkomstig
uit het kadastrale perceel sec
tie W 2862 is in 1950 eigendom
van de gemeente geworden, dus
vóór het besluit tot het verle
nen van medewerking.
Hoewel de wet deze dualiteit
niet kent, komt het ons voor als
te zijn in de geest van de wet,
indien de waarde van het ge
hele perceel dat voor de school-
bouw nodig is, door schatting
wordt bepaald.
Volgens artikel 63 der Kleuter
onderwijswet geschiedt de
schatting op verzoek en op kos
ten van het schoolbestuur door
een commsisie van drie deskun
digen, van wie een door de On
derwijsraad, een door het ge
meentebestuur en een door het
schoolbestuur wordt benoemd.
Omdat het betreffende terrein
nog niet bouwrijp is gemaakt,
zullen er, vooruitlopend op het
t.z.t. te voteren crediet voor het
bouwrijpmaken, nu reeds en
kele summiere voorzieningen
moeten worden getroffen, ten
einde ook het bouwterrein tot
op het toekomstige peil moet
worden opgehoogd.
Met deze voorzieningen is
34