in dit geval geheel voor reke ning van het betreffende schoolbestuur. De 5-jaarlijkse afrekening kan derhalve alleen terugontvangst voor de ge meente ten gevolge hebben. De ontwerp-besluiten zijn bij de stukken ter inzage gelegd. Zonder discussie en z.h.s. wordt 't voorstel aangenomen. 8 VOORSTEL tot 't toeken nen van voorschotten inge volge artikel 103 der La- ger-onderwijswet '20 voor het jaar 1964. VOORZ. Ingevolge het 6e lid van artikel 103 der Lager-on- derwijswet 1920 verleent de ge meenteraad elk jaar op verzoek van de schoolbesturen en on der voldoende borgstelling, een voorschot op de kosten dier scholen, met uitzondering van de jaarwedden en wedden der onderwijzers. Het voorschot beloopt per leerling het bedrag zoals door Uw raad in de vergadering van 12 november 1963 vastgesteld, namelijk 52,50 voor g.l.o., 80,voor v.g.l.o. en 80, voor u.l.o. en wordt berekend over het aantal leerlingen van het afgelopen jaar, in dit ge val het jaar 1963 Om in de mogelijkheid te zijn de benodigde voorschotten zo spoedig mogelijk beschikbaar te stellen, stellen wij U voor reeds thans de voorschotten voor het jaar 1964 te bepalen. Een ont- werp-besluit is bij de stukken ter inzage gelegd. Zonder discussie en z.h.s. wordt 't voorstel aangenomen. 9 VOORSTEL tot vaststel ling van de vergoedingen ingevolge artikel 101 bis der L.O.-wet 1920 over het jaar 1962. VOORZ. Artikel 101 bis der

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1963 | | pagina 340