en economisch, maar zich ook
politiek moet bundelen. De bij
drage van de middenstand aan
charitatieve en sociale instel
lingen, alsmede aan het natio
naal inkomen van de staat is
enorm, maar haar politieke
kracht is zeer gering.
Dat een man als de heer van
de Hoef zich noodgedwongen
uit de politiek moet terug trek
ken betreur ik ten zeerste. Ik
besluit mijn korte toelichting
bij zijn ontslag met hem dank
te zeggen, voor de bijzondere
zorg, welke hij gewijd heeft aan
de bevordering van 't gemeen
schapsleven in onze stad, aan
diens opbloei en vooruitgang
en speciaal voor wat hij gedaan
heeft voor de plaatselijke mid
denstand, en de steun welke ik
persoonlijk van hem heb gehad.
VOORZ. Ik meen, dat alle
raadsleden zich, met uw woor
den van lof voor de heer van
de Hoef kunnen verenigen. Het
spijt ons, dat hij deze noodzake
lijke stap moet zetten. Moge
lijk, dat hij, wanneer zijn gezin
is opgegroeid kan terugkeren.
Namens de raad zeg ik hem
dank voor alles wat hij in het
belang van de gemeenschap
heeft gedaan.
De ingekomen stukken wor
den verder voor kennisgeving
aangenomen.
3 GOEDGEKEURDE beslui
ten.
Koninklijk besluit van 21 dec.
1962 nr 8, houdende goedkeu
ring van het raadsbesluit van
15 oktober 1962 tot wijziging
van de „Verordening op de hef
fing en invordering van rech
ten, 'als bedoeld in artikel 275
der Gemeentewet".
Besluit d.d. 27 dec. 1962 van
Ged. Staten, houdende goed
keuring van de begrotingswijzi
ging 1962 tot aanschaffing van
12