tarieven bedrijfs-economisch
voor verbetering vatbaar zijn
en als „hoog" zijn aan te mer
ken zijn voor ons aanleiding U
voor te stellen Uw besluit van
7 dec. 1961 tot regeling van de
gastarieven te herzien.
De jaarrekening 1962, welke
U in één der volgende vergade
ringen zal worden aangeboden,
sluit met een batig saldo van
10.558,81. De tariefsverlaging
welke per 1 jan. 1962 werd
doorgevoerd werd dus meer
dan gecompenseerd door een
vergrote omzet. Hiertoe heeft
ook bijgedragen het feit, dat in
de laatste jaren geen onrenda
bele investeringen meer be
hoefden te worden gedaan. Ver
wacht mag worden, dat deze
gunstige ontwikkeling ook in
de toekomst zal voortduren. Op
dit moment zijn nog niet vol
doende concrete gegevens voor
handen om een verantwoorde
prognose te kunnen doen ten
aanzien van de situatie, welke
zal ontstaan bij de omschake
ling op aardgas. Het is te voor
zien, dat alsdan de exploitatie-
opzet van het bedrijf in zijn ge
heel zal dienen te worden her
zien.
De gedane suggestie, om mid
dels een reductie op de gasnota
de lasten voor de grotere ge
zinnen te verlichten, menen wij
te moeten volgen. Er van uit
gaande, dat de grootte van het
gezin uitzonderingen daar
gelaten zijn weerspiegeling
vindt in de gasopname, zullen
juist de grote gezinnen in het
bijzonder profiteren van de
voorgestelde verlaging. Voor de
categorie verbruikers van 25-
125 m3 is de verlaging namelijk
sterk progressief en loopt op
van 0 tot 3.6 cent per m3.
Bedrijfs-economisch gezien
zijn de huidige tarieven op som
mige punten principiëel on-
25