voorlopig afwijzend beschikt, onder de toezegging onzerzijds, dat nadere informaties zouden worden ingewonnen met be trekking tot de verhouding welke bestaat tussen de in to taal verleende diensten en, die welke ten behoeve van de in woners uit deze gemeente zijn verricht. Bij schrijven van 20 novem ber 1962 heeft de stichting de begroting 1963 met een uitvoe rige toelichting ingezonden. Deze bescheiden zijn bij de stukken ter inzage gelegd. Op ons verzoek hee.ft de Stichting tijdens een onderhoud op 12 maart 1963, de voorzitter van ons College nog nadere ge gevens verstrekt. Daarbij is ge bleken, dat in 1961 in totaal 101 gevallen in behandeling wer den genomen, waarvan 10 af komstig uit deze gemeente. Wij willen U er echter op attende ren, dat een vergelijking van het aantal gevallen zonder meer zeker geen juiste basis is voor het bepalen van de acti viteit. Wij mogen er in dit ver band slechts op wijzen, dat de duur en aard van de behande ling zeker evenzeer bepalend zijn. Het zal U duidelijk zijn, dat hieromtrent bezwaarlijk meer gegevens kunnen worden cerstrekt, vooral niet omdat ook gemeenten deelnemen, waar hef aantal gevallen zeer klein is. Het is zeker niet denk beeldig dat dit zou leiden tot het trekken van conclusies in het persoonlijk vlak. Kennis genomen hebbende van de nadere gegevens, welke zijn verstrekt zijn wij van oor deel, dat het verlenen van het gevraagde subsidie verant woord is. Wij stellen U dan ook voor daartoe een bedrag van 2.564,14 in de begroting uit te trekken. 32

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1963 | | pagina 123