9 VOORSTEL tot toeken
ning van een zgn. „kolen-
toeslag" aan het lager be
zoldigd, gehuwd personeel
van de gemeente en tot
toekenning van een volle
dige uitkering van deze
toeslag aan hen, die reeds
een zgn. „koude toeslag"
hebben ontvangen.
VOORZ. Bij circulaire van 21
febr. 1963, afd. Bez., bur. II,
hoofdafd. O.P.Z. nr. AB63/
U452, deed de Minister van
Binnenlandse Zaken, ons ter
kennisneming een afdruk toe~
komen van zijn aan de Minis
ters gerichte circulaire van de
zelfde datum, inzake uitkering
ineens ad 35,netto als te
gemoetkoming in de extra kos
ten, die het gevolg zijn van de
koude. Blijkens de circulaire
komen in aanmerking die
werknemers, welke gehuwd of
kostwinner zijn, terwijl voorts
de jaarwedde, incl. de AOW-
comp. niet meer dan 6.500,
mag bedragen.
Tevens bevat de circulaire de
bepaling, dat voor degene, die
reeds in aanmerking is of
wordt gebracht voor een uit
kering van 35,wegens het
werken in de buitenlucht de
zgn. kolen-toeslag 15,
dient te bedragen.
Wij zijn van mening, dat de
destijds reeds uitgekeerde 35
koude-toeslag is gegeven voor
extra ongemak, terwijl de ko-
lentoeslag is bedoeld als tege
moetkoming in de hoge kosten,
in verband met de koude. Deze
zijn zeker niet minder voor
hen, die buiten werken.
Mitsdien stellen wij U voor
a. een uitkering ad 35,-
netto te verstrekken aan de
werknemers, die gehuwd of
kostwinner zijn met een be
zoldiging van niet meer dan
6.500,—.
10