dus afwijzend te worden be
schikt.
d. W. de Pree, Corneliusstr. 42
(art. 330 van het kohier).
Op een eerder door dezelfde re
clamant ingediend bezwaar
schrift werd in Uwe vergade
ring 1961 afwijzend beschikt.
Het thans ingediende onge
dateerde bezwaarschrift is op
15 januari 1962 ingekomen, dus
méér dan twee maanden na
dagtekening van het aanslag
biljet. Betrokkene is derhalve
niet ontvankelijk in zijn be
zwaar. Daarenboven zal inge
volge het algemene rechtsbe
ginsel „ne bis in idem", d.w.z.
dat niet tweemaal tegen een
zelfde daad bezwaar gemaakt
kan worden bij gelijkgebleven
omstandigheden, niet afgewe
ken kunnen worden van de eer
der genomen beslissing.
Overigens zouden ook de
thans aangevoerde motieven,
t.w. het uitweg hebben via per
celen van derden, niet tot een
voor reclamant gunstige be
slissing kunnen leiden.
De Verordening op de riool
belasting bepaalt immers, dat
belastbaar zijn bebouwde ei
gendommen, die aan openbare
land- of waterwegen in de ge
meente belenden of in de on
middellijke nabijheid daarvan
gelegen zijn, indien deze wegen
t.b.v. de afvoer van huisho.ud-
en afvalwater en drekstoffen
van een riolering zijn voorzien.
Het hebben van uitweg, hoe of
waar, speelt voor de bepaling
van het belastingobject geen
rol. Aangezien het bewuste
pand gelegen is in de onmiddel
lijke nabijheid (zie raadsverga
dering 28 december 1961) van
een van een riolering voorziene
weg is het dus belastbaar.
Dhr HOENDERVANGERS.
Ik meen dat in een vorige ver-
39