van 50,beschikbaar te stel len. Wij zijn van oordeel, dat het organiseren en houden van deze tentoonstelling in belangrijke mate bijdraagt tot het bekend heid geven aan en belangstel ling kweken voor een vorm van vrije tijdsbesteding welke op hoog peil staat. Dhr HERBERS. Ik ben het eens met het voorstel van bur gemeester en wethouders. Wan neer men de conclusies onder de loupe neemt die de finan ciële commissie, naar aanlei ding van diverse subsidiever zoeken heeft getrokken, dan ontkomt men niet aan de in druk dat de commissie met de positieve kanten welke aan het verlenen van subsidies verbon den zijn, te weinig rekening houdt. De nog steeds voortdurende conjuncturele situatie, de soci ale verbeteringen, de vrije tijdsbesteding enz. hebben er mede toe geleid, dat de Rijks-, Provinciale en Gemeentelijke Overheid het steeds meer haar plicht acht, elk initiatief op het gebied van cultuur en kunst te bevorderen en medewerking te verlenen aan vormings- en ont spanningsinitiatieven. De enor me problematiek als daar is, de leefbaarheid van het platte land, geldt niet in het minst voor onze kleine stad. Het is onze plicht het woonklimaat hier te verbeteren en actieve medewerking te verlenen aan hetgeen onze eigen stadgenoten aan gezonde initiatieven ont wikkelen. Ik beveel toekenning van het subsidiebedrag ad 50 ten zeerste bij mijn collega's- raadsleden aan, en ik hoop dat de financiële commissie zich niet blind staart op de aan- schaffingskosten van de appa raten, welke de leden van de 38

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1962 | | pagina 230