In hoeverre ook onder de nieuwe financiële verhoudings wet van rijkswege deze vertra- gingspolitiek zal worden ge volgd, kan thans nog niet ge heel worden overzien. Het feit, dat voor het overgrote deel norm-bedragen een zeer be langrijke rol bij de vaststelling van de uitkeringen zullen spe len, en de ervaring, welke in het verleden ten aanzien van de vaststelling van „normen" op velerlei gebied, is verkre gen, geven beslist geen aanlei ding om in deze optimistisch te zijn. Ik ben evenwel van oordeel, dat met meer kracht dan in het verleden het benutten van de reserves dient te worden verdedigd voor die voorzienin gen, welke naar Uw oordeel geen uitstel dulden, en welke voor de verdere ontwikkeling van de gemeente als absoluut onmisbaar zijn aan te merken. Ik meen er goed aan te doen ook nog enkele bemerkingen te plaatsen ten aanzien van de be drijven. In het woningbedrijf zijn in gebracht 500 woningen, waar van 50 noodwoningen. De ex ploitatie levert slechts kleine verliezen op. De onderhoudsnormen, wel ke naar gelang de huur be draagt en het bouwjaar vari- eren van 95,tot 100, zijn slechts voldoende om het gewone dagelijkse onderhoud te kunnen bekostigen. Voor na oorlogse woningen wordt 7 der jaarhuren ten laste van de gewone dienst van de gemeen te gebracht en gestort in een fonds voor bijzondere voorzie ningen. Hierdoor wordt be reikt, dat in de toekomst sane ring van het woningbezit zon der al te grote schokken voor 15

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1962 | | pagina 22