ding van de begroting 1962 is medegedeeld, moet de gemeen te, om het inkomstenpeil van voor de inwerkintreding van de wet te kunnen behouden, een garantie-uitkering ontvangen. Deze garantie-uitkering wordt slechts tot en met 1965 ten vol le genoten, waarna een korting in de volgende jaren ter groot te van telkens 1/5 deel plaats vindt. Het vorenstaande houdt in, dat afgezien van een eventuele landelijke geldende procentuele verhoging van de uitkerings normen, onze gemeente voor de rijksuitkeringen slechts op ver hoging mag rekenen, voor zover het inwonersaantal zich in stij gende lijn beweegt. Helaas leert het verleden ons, dat op dit stuk vooralsnog geen schokken de ontwikkeling mag worden tegemoet gezien. Meer nog dan in het verleden zullen wij genoodzaakt zijn bij de uitvoering van kapitaals- werken, voor zover zij onren dabel zijn, selectief op te tre den, waarbij evenwel niet uit het oog mag worden verloren, dat in een aantal gevallen, de wet tot het doen van uitgaven verplicht. Met name, en bij wij ze van voorbeeld, moge ik U hier b.v. wijzen op de onder wijssector. Toch mag worden gesteld, dat de financiële positie van de ge meente nog gezond is. In voor afgaande jaren konden uit de gewone dienst beduidende re serves worden gevormd, die nog vrijwel onverkort aanwe zig zijn. Ik kan mij voorstellen, dat het bij verschillende van U enige bevreemding verwekt, dat tot deze reserve vorming is over gegaan, terwijl anderzijds moet worden geconstateerd* dat in het verleden zeker niet alle no- 13

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1962 | | pagina 20