als voortvloeiende uit de func tie. Wij achten het dan ook bil lijk, in de salarisver ordening 'n bepaling op te nemen, dat als extra-vergoeding bij wijze van een tijdelijke toelage een bedrag wordt toegekend van 17,per maand, hetgeen neerkomt op een periodieke verhoging, en zulks te doen in gaan op 1 januari 1961. Aange tekend wordt, dat eventueel al gemeen toegekende of toe te kennen verhogingen niet op de ze toelage van toepassing zijn. Tenslotte delen wij U nog mede, dat omtrent de onderha vige wijziging de organisaties en de financiële commissie is gehoord. Omtrent hun mening mogen wij U eveneens verwij zen naar de ter inzage liggen de stukken. Wij stellen U voor te beslui ten tot vorengenoemde wijzi ging der Salarisverordening '59 door vaststelling van bijge voegd ontwerp-besluit en daar bij behorende bijlagen. Dit voorstel wordt zonder dis cussie en z.h.s. aangenomen. 16 VOORSTEL tot wijziging van de Kindertoelagever ordening. VOORZ. Een onderdeel van de Salarismaatregelen per 1 janu ari 1962, als vervat in de cir culaire van de Minister van Binnenlandse Zaken van 2 april 1962, Nr A 622/U 849, vormt de wijziging van de minimum- en maximum bedragen voor de kindertoelage. Dit brengt voor gemeenten, waartoe de onze behoort, wel ke een Kindertoelageverorde ning bezitten overeenkomstig 't ontwerp van het Centraal or gaan, een wijziging mede van artikel 4 der verordening. Het Centraal Orgaan beveelt 30

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1962 | | pagina 174