jU. goeding ik ten zeerste toejuich, omdat het hier kleine lieden be treft, die de gronden al vele ja ren in gebruik hebben en welke voor hen een flinke bron van inkomsten vormen, kreeg ik de indruk, dat bij een commissie lid, dat zich ten zeerste voor deze vergoedingen interesseer de, en er zelfs de zondag voor over had de mening had post gevat, dat door mij voeling met betrokkenen was gehouden. Afgezien van het feit, dat zulka ter bepaling van mijn standpunl mijn goed recht is, verklaar ik bij deze openlijk, dat ik met geen der in het voorstel ge noemde personen over een eventuele schadevergoeding heb/1 dat iemand, die zich steeds wil opwerpen voor de kleine man. deze gevallen, mijns inziens op unfaire wijze tracht uit te bui ten. Tot slot zou ik de Raad en het College van Burgemeester en Wethouders willen vragen of zij er iets voor voelen om de grens, waarboven vergoeding zal wor den betaald voor uit-pachtne- ming, van 15 are terug te bren gen op 12,5 are, omdat de mees te volkstuintjes van die grootte zijn. Dhr. JACOBS. Dat is op mij bedoeld. Dhr. GILDEN. Ik heb geen naam genoemd, doch wie de schoen past VOORZ. Uit opportunistische overwegingen stelt u de grens op 12,5 are. Waarom deze 12,5 en b.v. niet 10 of 7,5 are. Dhr. GILDEN. Omdat de meeste volkstuintjes 12,5 are zijn. VOORZ. Om enig houvast te hebben, zou ik toch een grens willen trekken bij een opper vlakte waar ook door andere overheidsorganen reeds een 12 ->~L ii,(yU.y?r

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1961 | | pagina 94