uit de gemeenschappelijke re geling voor het Welstandstoe zicht. Aan dit besluit lagen een aantal al dan niet gegronde bezwaren tegen de feitelijke uitoefening van het Welstands toezicht ten grondslag, terwijl voor de toekomst de gedachten uitgingen naar een eenhoofdige beoordeling, van welke werk wijze Uwe Raad een soepeler beoordelingsbeleid meende te kunnen verwachten. Het desbetreffende raadsbe sluit is door ons aan Gedepu teerde Staten ter goedkeuring voorgelegd, De goedkeuring is nog niet verkregen. Deze ver traging in de afdoening, aldus is ons informeel ter ore geko men, is veroorzaakt door de in houd van het tweede nader ge wijzigd ontwerp van wet tot vaststelling van nieuwe voor schriften omtrent de Volkshuis vesting (Woningwet), zoals dit aan de Tweede Kamer der Sta- ten-Generaal ter vaststelling is aangeboden. In het tweede lid van artikel 85 van deze ontwerp-wet is be paald, dat de gemeenteraad een deskundig college aanwijst voor het schriftelijk uitbrengen van advies bij de toepassing van de voorschriften omtrent de wel stand. Zodra dit ontwerp tot wet is verheven en bij de behan deling is gebleken, dat deze be paling ongetwijfeld gehand haafd zal blijven zal het dus onmogelijk zijn een eenhoofdi ge beoordeling der welstands- eisen te handhaven. Een meer- hoofdig college zal dan noodza kelijk zijn, met als gevolg ho ge kosten, althans zeer zeker een veelvoud van hetgeen thans aan Breda verschuldigd is. Wij voorzien een ontwikke ling, waarbij, door deze hoge kosten, contact met andere ge meenten moet worden gezocht 21

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1961 | | pagina 368