worden bezien en geregeld op nieuw worden bezien en wel door een werkgroep van des kundigen. Het is duidelijk, dat Uw gemeente belang heeft bij wat te Breda gebeurt en bij wat te Roosendaal geschiedt, 'n Een zijdige oriëntering van een van deze plaatsen meen ik te moe ten ontraden. Het belang van het kind en van de geldmidde len van de gemeente vraagt een openhouden van beide moge lijkheden". Dit advies, dat aan duidelijk heid niets te wensen overlaat, leidt ertoe U thans opnieuw voor te stellen de voorgestelde gemeenschappelijke regeling te aanvaarden, behoudens 't hier na nog volgende inzake de uit- tredingsmogelij kheid Deze toetreding sluit o.i. ze ker niet de mogelijkheid uit, om, in daartoe geindiceerde ge vallen, kinderen naar de Bre dase school te zenden. Het be lang van het kind zal moeten praevaleren en niet de regeling. Omdat deze gehele materie in deze streek nog in opbouw is en nog naar een zekere stabiliteit moet toegroeien, menen wij wel een voorbehoud te moeten maken voor artikel 7 der con cept-regeling, waarin de uittre dingsmogelijkheid is geregeld. Wij stellen U voor de regeling te aanvaarden onder het voor behoud, dat de gemeente Roo sendaal c.a. de toezegging doet bij de eerstvolgende wijziging der regeling, uittreding moge lijk te maken bij een door Ge deputeerde Staten der provin cie Noord-Brabant goed te keu ren raadsbesluit. Deze toezeg ging hebben wij inmiddels aan de gemeente Roosendaal c.a. gevraagd. Wij menen op deze manier 'n bevredigende oplossing voor 10

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1961 | | pagina 243