mogelijkheden voor de bij elke
kermis behorende woon- en
pakwagens, de volkomen on
toegankelijkheid voor alle ver
keer (te denken is hierbij b.v.
aan brandweer) en vooral het op
bijna ontoelaatbare wijze doen
ontstaan van een verkeerspro
bleem, hebben ons college tot de
overtuiging gebracht, dat een,
gedeeltelijke verplaatsing vap
de kermis niet lang meer te ver
mijden zal zijn.
Wij verhelen ons niet, dat een
wijziging in de opstelling van
de kermis consequenties zal
hebben ten aanzien van de,
hoogte der pachtsommen en dat
ook neringdoenden daardoor tot
op zekere hoogte zullen worden
gedupeerd, doch anderzijds lij-
dan ook velen schade door de
huidige gang van zaken.
Bij onze eerste overweging
van dit probleem zijn wij tot de
gedachte gekomen, dat een vrij
laten van de Kaaistraat een
groot deel der problemen zou
wegnemen, vooral die op het
gebied van verkeer en brand
veiligheid. Het zou o.i. mogelijk
moeten zijn de kermis op te
stellen op de Markt, de West-
Dam en de Kade. Verdergaand
zou zijn ook de Kade te laten
vervallen en daarvoor in de
plaats een gedeelte van de Oost-
Dam als kermisterrein in ge
bruik te nemen. Op deze manier
zou een soepeler gang van za
ken mogelijk zijn. Het verkeer
behoeft niet te worden omge
leid, meer ruimte voor wagens
is nabij het kermisterrein voor
handen en zodanig dat door de
plaatsing der wagens niemand
of weinigen veel hinder daar
van behoeven te ondervinden,
terwijl de bereikbaarheid van
de binnenstad in geval van b.v.
brand beter gewaarborgd is.
Nogmaals, wij erkennen dat
19