zweminrichtingen, van de Prov.
Commissie voor Zwembaden en
van de KNZB afd. Noord-Bra
bant.
Met nadruk wijzen wij er u
echter op, dat verkrijging van
de goedkeuring door Ged. Sta
ten nog niet impliceert, dat met
een tot uitvoering kan worden
overgegaan. Immers, er is vooi}
dit werk ook een z.g. rijksgoed
keuring nodig, welke ingevolge
de Wederopbouwwet door de
Minister van Volkshuisvesting
en Bouwnijverheid moet wor
den afgegeven. Wij zullen er
naar streven dat tot afgifte de
zer goedkeuring op zo kort mo
gelijke termijn wordt overge
gaan, al verhelen wij niet, dat
dit mogelijk nog geruime tijd
zal vergen, gezien de overspan
ning op de bouwmarkt.
Een tweede punt waarop wij
moeten wijzen is, dat entame-
ring van dit plan misschien tot
gevolg zal hebben, dat de uit-,
voering van een tweede om
vangrijke investering, t.w. het
sportvelden plan, mogelijk
wordt vertraagd of in gedeelten
zal moeten worden uitgevoerd,
zulks als gevolg van de bud-
getaire aderlating, veroorzaakt
door de dekking van het ver
moedelijke nadelige saldo op de
exploitatie van het zwembad.
Wij zijn echter van oordeel dat
ook door een zeer partiële uit
voering van het sportparkplan
wij denken hierbij in eerste
instantie aan atletiek en ten
nis akkomodatie de bestaan
de leemten op gebied van sport-
akkomodaties voor geruime tijd
kunnen worden opgevuld, waar
bij ondertussen de dekking van
de uit de algehele realisatie
voortvloeiende lasten geregeld
kan worden.
Voor het overige mogen wij
u verwijzen naar de ter inzage
15