Uit een door de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant te Breda uitgebracht rapport blijkt, dat van de 46 geënquê teerden er zich 6 tegenstandef verklaarden van een verplichte vakantiesluiting. Enkele winkeliers zouden lie ver in een andere periode ge plaatst worden. Ofschoon de winkeliersvereniging in overleg met de betrokken winkeliers een schema heeft vastgesteld en toen geen bezwaren zijn ge maakt, zal ons College nagaan of het vakantieschema kan wor den gewijzigd, waarbij zoveel mogelijk rekening zal worden gehouden met de wensen van de winkeliers. Gezien het feit dat van de 46 geënqueteerden slechts 6 win keliers bezwaren hebben ge maakt en gele't op het advies van de Kamer van Koophandel stellen wij uw Raad voor over, te gaan tot invoering van een verplichte vakantiesluiting als bedoeld in artikel 5 van de Win kelsluitingswet 1951, voor de kruideniers en kruideniers-ge- combineerde zaken. Een ontwerp-besluit gaat ter vaststelling hierbij. Dhr KOENRAADT. Tegen het invoeren van een vakantie regeling heb ik geen bezwaar, indien ze door de middenstand is tot stand gebracht. Het ver plicht opleggen vind ik echter niet fraai en ik had liever ge zien, dat de middenstanders op vrijwillige basis en in onderlin ge samenwerking een regeling in het leven hadden geroepen. VOORZ. Hoe groter een groep is, hoe moeilijker het ook is een regeling doorgevoerd te krijgen. Een dergelijke kwestie zou de P.B.O. kunnen regelen. Toch ben ik bang, dat op basis van vrijwilligheid de regeling 12

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1961 | | pagina 138