raadsleden te overtuigen dat
mijn mening juist zou kunnen
zijn.
Dhr HERBERS. U hebt het
gemakkelijker, doordat U meer
overtuigingskracht bezit daar U,
als gesalariëerd zijnde, beter in
de gelegenheid bent U in de za
ken dieper in te werken dan wij
als ongesalariëerde raadsleden
dat kunnen. Wij kunnen ons niet
steeds in de feiten en gegevens
zo diep inwerken.
VOORZ. Als bouwkundige heb
ik tegen de man in kwestie geen
bezwaren. Zover ik daarover
kan oordelen zijn zijn bouwwer
ken goed. Ik zou zelfs in deze
niet eens een insinuatie in een
andere richting durven doen.
Maar ik ga om zuiver principi
ële redenen in op de taak van
openbare werken en die is toe
zichthoudend en beoordelend,
voor zover het bouwplannen be
treft en ook wel creatief voor
kleinere werken als b.v. plant
soenen. Sinds de woningwet-
bouw is de gemeente zelf ook
bouwheer geworden. Maar de
plannen dienen hiervoor niet
door de gemeente zelf te worden
gemaakt. Opdrachten, die een
particulier ondernemer aan
trekkelijk en concurrerend uit
kan voeren, dienen niet door
openbare werken te worden uit
gevoerd. Nogmaals we krijgen
dan taken in één hand, die ver
schillend zijn en in verschillen
de handen thuis horen.
Dhr HOENDERVANGERS.
Het kan toch nooit beter zijn
dan dat iemand die in loondienst
van de gemeente werkzaam is
de plannen maakt en toezicht
houdt. Hij zal wel oppassen. Als
hij iets verkeerd doet kunnen
we de koe onmiddellijk bij de
horens pakken. Maar een parti
culier zal zich weinig aantrek
ken van onze bezwaren. Wat \J
als 'n nadeel ziet, zie ik juist als
53