wezen. Maar bovendien ligt dit
vraagstuk ook nog in het prin
cipiële vlak. Het is mijn over
tuiging, dat het hoogst ongezond
is, dat dezelfde dienst die plan
nen ontwerpt, deze ook contro
leert, indient en laat uitvoeren.
Dit is principiëel onjuist. Hier
behoort een functiescheiding.
En wanneer in het verleden de
bestaande toestand geen aanlei
ding heeft gegeven tot moeilijk
heden, dan kan ik U daarmee
slechts feliciteren, maar het
doet niets af aan het onjuiste
van die toestand. Ik kom dan
ook niet terug op mijn stand
punt en ik sta er op, dat de ar
chitect een ander is dan de be
oordelaar, de toezichthouder en
de uitvoerder.
Ik wil er verder nog op wijzen,
dat het niet de taak van een ge
meentebestuur is te bevorderen,
dat werkzaamheden, die door
particuliere instanties of onder
nemingen normaliter dienen te
worden uitgevoerd, door ge
meentelijke diensten worden
verricht. U als raad staat er op,
dat bij leveringen de midden
stand en de plaatselijke handel
worden ingeschakeld, wel dan
dient U op een zelfde standpunt
te staan ten aanzien van de vrije
beroepen, en die werkzaamhe
den, die door een particulier ar
chitect dienen te worden ver
richt, niet voor te behouden aan
Uw eigen dienst. Ik wil hier een
uitzondering maken voor enke
le onderwerpen, die men als bij
zonder kan aanmerken. Ik denk
hier bijvoorbeeld aan een tehuis
voor alleenstaande dames. Dit
is typisch een taak voor onze
dienst openbare werken, maar
daar vallen beslist niet onder
een sectie van 18 woningwetwo
ningen. U ziet, ik sta dus princi
piëel op een heel ander stand
punt dan de heer Hoendervan
gers.
51