ne beschouwingen. Wie verder? Dhr GILDEN. De Heer Jacobs heeft het nu over werklozen, maar hij moet er aan denken dat er ook nog andere groepen zijn. Denk eens aan de middenstan ders en de kleine zelfstandigen, die hebben ook recht van leven. En wat de woningen betreft Minister Witte heeft hier zelf gezegd: is 't zo erg, dat de men sen in Bergen op Zoom gaan werken en hier wonen Laten we dankbaar zijn dat we een achterland hebben. VOORZ. Ik sluit de beschou wingen over dit punt. Ik hoop,, zoals ik al eerder zei, dat we in 1960 industrieterrein zullen heb ben maar ik wil er U toch wel even op wijzen dat het hebben van een industrie-terrein nog geen garantie geeft, dat de in dustrieën zich ook hier willen vestigen. We zullen dan ook hebben te zorgen, dat we een bevolking hebben, die bereid en vooral in staat is om de fabrie ken te bevolken. De industrieën gaan bij de keuze van hun ves tigingsplaats werkelijk wel iets dieper peilen dan een industrie terrein alleen. Dhr HERBERS. Ik wil geen algemene beschouwingen hou den. Maar wel wil ik reeds nu namens mijn fractiegenoot en mijzelf meededelen, dat wij on ze goedkeuring aan hoofdstuk VI onthouden. En naar aanlei ding van hetgeen de Heer Ja- cobsheeft gezegd, wil ik hier verklaren, dat wij dë Heer Ja cobs beschouwen als een van de beste raadsleden van Steenber gen. Om op deze leeftijd en ge zien zijn opleiding nog de ener gie op te brengen zich zo in alle problemen te verdiepen en te trachten zich van alles op de hoogte te houden dwingt re spect af en verdient een pluim. VOORZ. Persoonlijk sluit ik 39

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 41