Om het hoofd te kunnen bieden aan het fiasco dat binnen een paar jaar de gemeente Steenber gen bedreigt, volstaat het niel te bekennen dat de budgetaire positie van de gemeente zorgen baart. Wanneer ik nogmaals een parallel trek tussen het zaken leven en de zaak welke onze ge meente is, dan onderstreep ik. dat deze twee niet geheel ver gelijkbaar zijn. Ook onze ge meente telt nu eenmaal afde lingen, welke zijn ingesteld ten algemene nutte, als daar zijn o. a. Sociale Zaken, waarvan men bij voorbaat weet, dat er verlies geleden zal worden, al wordt een en ander gecompenseerd door rijkssubsidies. Ik ben ech ter van mening dat er te ge makkelijk op suggesties en voorstellen van bepaalde zijde tot voortijdige of onnodige uit gaven wordt ingegaan, al laat dit onze precaire financiële po sitie niet toe. Degene, die een bepaald voorstel doet, redeneert schijnbaar zo: een andere ge meente heeft zich dit of dat aangeschaft, te pas of te onpas, dus moet het er bij ons ook maar komen. Over schuld en verhoog de belasting wordt op dat mo ment niet gedacht. Ik vind, dat men zich echter wel reëel dient af te vragen of bepaalde uitga ven verantwoord zijn in ver houding tot de rang en de finan ciële positie welke men inneemt Ik vraag mij bovendien af of di verse gemeente-aankopen op ef ficiënte en strikt zakelijke wij ze geschieden. Opmerkingen op diverse posten heb ik in dezr korte beschouwing niet. Ik krijg nog gelegenheid hier straks eventueel enkele opmerkingen te maken. Ik ben er van over tuigd, dat het Dagelijks Bestuur zijn best doet de welstand van Steenbergen te bevorderen en de zaak in goede banen te lei- 28 3* i-

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 418