mijn bedoeling Meneer de voor zitter, nu u ter gelegenheid van het vaststellen der begroting 19G1 gelegenheid biedt tot net geven van algemene beschou wingen, hier een uitgebreid ge bruik van te maken. Wel gevoel ik er behoefte aan enige opmer kingen te maken naar aanlei ding van deze begroting, niet wat betreft de lijnen van onze gemeentepolitiek, maar in strikt zakelijke zin. In tegenstelling tot het zakenleven, waarbij de zakenman uitgaat - en voor wie het een conditio sine qua non is - dat de uitgaven niet preva leren boven de inkomsten schijnt het heden ten dage voor vele gemeenten en speciaal voor de gemeente Steenbergen, tot de grote mode te behoren, bij voorbaat met tekorten te wer ken. Voor 1961 geniet dus onze gemeente de twijfelachtige eer, de wetenschap te hebben voor f 200.000 in de bus te zitten, in dien herziene uitkeringen uit blijven. Bovendien is bij de sa menstelling van deze begroting noodgedwongen van een aantal fictieve bedragen moeten wor den uitgegaan, welke zoals be kend, zeker niet door de werke lijke ontwikkeling zullen wor den gedekt. Door deze gang van zaken, waarbij geen enkele ze kerheid aanwezig is aangaande de te verwachten rijksuitkerin gen, is de Raad dus gedwongen in een spiegel te kijken, welke de verhoudingen omdraait en ons de feiten totaal wazig laat zien. Toch zult u verwachten, dat desondanks deze begroting wordt goedgekeurd. Het is geen benijdenswaardige toestand waarin wij, raadsleden, ons be vinden. Zoals ik het zie, komen wij steeds meer in een positie waarbij wij practisch geheel af hankelijk zijn van de bede ling van Rijk en Provincie. 27

Raadsnotulen

Steenbergen: 1920-1996 | 1960 | | pagina 417